De broodjes en dierenzegening rond Heilige Hubertus

De Broodjes En Dierenzegening Rond Heilige Hubertus
De&Nbsp;Broodjes En Dierenzegening Rond Heilige Hubertus

De broodjes en dierenzegening rond Heilige Hubertus

Op 3 november, de feestdag van de Heilige Hubertus, komen in delen van België en Nederland kerkgangers, jagers, huisdiereigenaren en bakkerijen samen rond oude gebruiken. Het is herfst, het jachtseizoen is in volle gang, de bossen kleuren warm en er hangt een bijzondere sfeer van overgang: van zomer naar winter, van jacht naar rust. Het is ook een tijd om stil te staan bij onze band met natuur en dieren.

Over zijn leven

Het broodje: het “Hubertus‑brood” of “hubke

In de streek rond West‑Brabant, Limburg, de Belgische grens bestaat al eeuwenlang het gebruik van het gewijde broodje op Hubertusdag, vaak aangeduid als “hubkes” of “Hubertusbrood”. 
De traditie zegt dat dit brood (of broodje) die dag door een priester gezegend wordt (soms in de kerk, soms in een bakkerij of bij de pastoor) waarna mensen het meenemen, thuis eten of zelfs aan hun dieren geven. 
Het brood werd verbonden aan bescherming tegen hondsdolheid (“rabies”)… omdat de Heilige Hubertus in de legendes ook geassocieerd wordt met genezing van hondsdolheid. 
Een oude overlevering vermeldt dat Hubertus een kluizenaar of iemand die gevaar liep voor hondsdolheid geholpen heeft met brood. 
Soms werd het brood droog, zonder beleg, op de nuchtere maag gegeten, of een stukje bewaard voor het vee of de hond.

De zegening van dieren

Gelijktijdig met de broodzegen is er vaak een zegening van honden, paarden of jachthonden. Vooral in kerken of bij jagersverenigingen. De dieren worden voorgesteld in de viering, ontvangen wijwater of een zegening, en symbolisch wordt gevraagd om bescherming voor hen. 
De hele ceremonie is doordrenkt van respect voor natuur en dier: de Heilige Hubertus werd immers patroon van jagers, bossen, honden, en hij heeft de legende van het hert met het kruis tussen de gewei .

Een kort verhaaltje

Stel je voor: in een kleine Brabantse dorpskerk op 3 november, de kerktoren klinkt met een jachthoorn als intro. De kerkbanken zijn gevuld met jagers in groen, honden aan de leiband, paarden buiten klaar met hun ruiters. In de hand hebben veel bezoekers een klein broodje (hubke) dat thuis gebakken is of gekocht bij de bakker. De pastoor spreekt over Hubertus’ bekering, over zijn liefde voor de schepping en zijn zorg voor mens en dier. Hij zegent eerst de honden en paarden: ze worden aangelijnd in de kerkzaal, de heilige wijwater sprenkelt; buiten klinkt het fluiten van jachthoorn en geroezemoes van opgewekte menners. Daarna komt het moment van het brood: iedereen steekt het broodje omhoog terwijl de pastoor het wijwater en het zegengebed spreekt: “O God, zegen dit brood, schenk bescherming aan wie ervan eten, aan de dieren die het delen, opdat zij gespaard blijven van hondsdolheid en kwaad.” Na afloop neemt men het broodje mee naar huis, eet het met dankbaarheid, of geeft een stukje aan de hond of het vee. De dorpsbakker heeft de hele week “hubkes” gebakken: iets met anijs of rozijntjes, een traditioneel recept. ’s Middags volgt nog een eenvoudige maaltijd met wild, verhalen van de jacht, en het samenzijn van de gemeenschap.

Wat betekent het nu?

  • Het broodje‑gebruik is een vorm van sacrale gewoonte: alledaagse elementen (brood, dieren) worden verbonden met het heilige en de zegen.
  • De zegening van dieren herinnert ons eraan dat de schepping niet losstaat van onze spirituele of religieuze wereld. Dieren, natuur, mensen, alles verbonden.
  • Het is ook een moment van gemeenschap: jagers, kerkgangers, dier‑eigenaren komen samen, traditie wordt gedeeld en doorgegeven.
  • En het is een moment van herinnering: zoals Hubertus’ bekering een radicale verandering was, nodigt deze viering uit tot nadenken over onze houding ten opzichte van natuur, dieren, consumptie, en zorg.

 Een eenvoudig recept  voor de “hubkes” (Hubertusbroodjes) 

Hier is een mooi oud recept voor de traditionele “hubkes” (ook wel “Hubertusbroodjes” genoemd) — de zachte broodjes met anijs, die op de feestdag van Hubertus van Luik (3 november) gebakken en vaak gezegend worden. Je kunt ze zelf thuis maken, en daarmee de traditie eer aandoen.

Recept voor ± 16 broodjes

Ingrediënten

  • 500 g bloem
  • 250 ml melk (lauw/handwarm) 
  • 1 pakje gist (of ± 35 g verse gist) 
  • ½ theelepel zout 
  • 2 anijsblokjes (of fijn gemalen anijszaadjes, ± 1 theelepel) 
  • 50 g boter 
  • 1 eetlepel olie (optioneel) 
  • (Eventueel) 1 ei (voor het bestrijken) 

Bereiding

  1. Verwarm 1 dl melk (uit de 250 ml) tot handwarm. Voeg de anijsblokjes (of fijngemalen anijszaad) toe zodat de melk de smaak opneemt, en los daarin de gist op. Laat dit 5 minuten staan. 
  2. Zeef de bloem in een grote kom. Voeg het zout, de gesmolten boter en de rest van de melk/gist‑anijsmix toe (plus olie als je gebruikt). Meng goed tot een soepel deeg. 
  3. Kneed het deeg op een met bloem bestoven werkvlak tot het elastisch is. Dek af en laat ongeveer 1 uur rijzen op een warme plaats, tot het deeg in volume is verdubbeld. 
  4. Verdeel het gerezen deeg in ca. 16 gelijke stukken. Rol ieder stuk tot een bolletje en leg ze op een bakplaat bekleed met bakpapier, met wat ruimte ertussen. 
  5. Dek de bolletjes los af met een theedoek en laat nog ca. 30 minuten rijzen. Voorverwarm de oven op 200 °C (of ongeveer 400 °F in het oude recept) vlak vóór het bakken. 
  6. Optioneel: bestrijk de bolletjes net vóór het bakken met een losgeklopt ei voor een glanzend korstje.
  7. Bak de broodjes in de voorverwarmde oven gedurende ongeveer 20‑25 minuten tot ze goudbruin zijn. Na het bakken kun je ze bestrijken met wat boter en afdekken met een theedoek zodat het korstje zachter wordt. 
  8. Laat de broodjes even afkoelen. Traditioneel eet men ze zonder beleg (of smeert men er roomboter op, of wat speculaas) en in de oude traditie werd soms zelfs een stukje gegeven aan de hond of het vee. 

Serveertip & traditie

  • Serveer de hubkes lauwwarm, eventueel met een rustige lik roomboter. 
  • In de traditie: op 3 november werden deze broodjes gewijd door een priester (in de kerk of bij de bakker) en daarna gegeten vóór iets anders, soms zelfs gegeven aan dieren … omdat men ze zag als bescherming tegen bijvoorbeeld hondsdolheid. 
  • Je kunt een klein kruisje insnijden in de bovenkant van elk broodje vóór het bakken, als verwijzing naar de heilige Hubertus‑legende. (In oude recepten wordt dit genoemd) 

Hier is een video met de broodjes van Heilige Hubertus (“hubkes”) 

🎥 Wat zie je in de video

  • Een bakkerij waarin de broodjes speciaal zijn gebakken voor de feestdag van Hubertus.
  • De pastoor of priester die met wijwater en zegenbede de broodjes zegent.
  • Mogelijk de aankomst van jagers of kerk­gemeenteleden met honden, gezien de context van Hubertus‑viering.
  • Een sfeer die laat zien hoe traditie, gemeenschap en ritueel bij elkaar komen in dit gebruik.

🧁 Hoe je de video kunt gebruiken bij jouw eigen bakproces

  • Kijken hoe de broodjes gebakken en gepresenteerd worden (vorm, snede, uitstraling).
  • Let op de gezegde zegen: als je zelf broodjes bakt voor de feestdag, kun je een moment inplannen om ze stil te wijden of dankbaar in te wijken (met of zonder kerkelijk ritueel).
  • Combineer met het recept dat je hebt … de video helpt je visueel te zien wat “typisch hubkes‑uiterlijk” is (lichte korst, soms een kruis in de bovenkant) zoals beschreven op ;
  • Overweeg integratie in een familie‑ of dorpsviering: handel zoals in de video een kleine zegening of dankmoment in, misschien vóór gezamenlijk eten.

Hubertusbroodjes

Moge de bekering van de Heilige Hubertus ons inspireren!

Meer lezen over wie de heilige Hubertus was en wat hij deed

You cannot copy content of this page